Systeemplafond Plaatsen met de Rockfon Installatiekit

Zelf een systeemplafond installeren? Dit kan je al eenvoudig doen met behulp van de Rockfon Plafond Installatiekit. De plafondpanelen en bevestigingsmiddelen zijn afhankelijk van de constructie die je wilt gaan gebruiken.
Rockfon Plafond installatiekit: waar bestaat het uit?
Een Rockfon Plafond installatiekit bestaat uit materialen voor het plaatsen van een Chicago Metallic ophangsysteem™ voor een systeemplafond. Één kit bevat alle materialen voor een systeemplafond (excl. tegels en bevestigingsmiddelen voor componenten) van ongeveer 8,64 m2. De specifieke materialen die in de doos zijn inbegrepen zijn als volgt:

- 4x Hoofdprofielen (lengte 2,4 m)
- 5x Muurprofielen (lengte 2,4 m)
- 15x Dwarsprofielen (lengte 1,2 m)
- 15x Dwarsprofielen (lengte 0,6 m)
- 12x Snelophangers (180 – 320 mm)
- 1x set handschoenen
- Montagehandleiding (lengte 1,2 m)
Benodigde Gereedschappen
Naast de benodigde materialen zijn er ook enkele gereedschappen die je voor de klus nodig hebt. Wij raden aan om de volgende materialen op voorhand klaar te hebben liggen:
- (accu)boormachine
- Beton boormachine (bij een betonnen plafond)
- Blik- of metaalschaar
- Hamer
- Handzaag
- Metsel- of draadkoord
- Potlood (of stift)
- Rolmaat
- Stanley- of afbreekmes
- Stevige ladder (of steiger)
- Veiligheidsbril
- Waterpomptang (of Combinatietang)
- Waterpas (of laser)
- Winkelhaak
Stap 1: Schetsen en voorbereiden
Vóór het plaatsen van het systeemplafond is het verstandig om eerst de indeling van het profielenraster uit te schetsen. Maak hierbij gebruik van het meegeleverde rasterformulier (afbeelding 1). Het formulier bestaat uit verschillende blokken. Elk blok geeft een maat van 600 mm bij 600 mm aan.
Het tekenen van de indeling van het profielenraster:
- Meet eerst de buitenste omtrek van het gehele plafond.
- Teken dit uit op het rasterformulier.
- Bepaal waar de hoofdprofielen komen te staan. Houd rekening met een tussenruimte van 1.200 mm tussen de hoofdprofielen (afbeelding 2). De afstand tussen de wand en het eerste ophangpunt is min. 300 mm en max. 450 mm. (zie X,Y op afbeelding 1)
- Zet stippen op de punten waar de snelophangers komen te hangen. Houd rekening met een ruimte van 1.200 mm tussen elke snelophanger (afbeelding 3).
- Teken nu op het formulier uit waar de dwarsprofielen (van 1.200 mm) komen te staan (afbeelding 4).
- Teken daarna de plekken waar de dwarsprofielen (van 600 mm) komen te staan (afbeelding 5).
- Als laatst teken je de plekken waar de resterende profielen voor de rest van het geraamte komen te staan (afbeelding 6).
![]() Afbeelding 1: |
![]() Afbeelding 2: |
![]() Afbeelding 3: |
![]() Afbeelding 4: |
![]() Afbeelding 5: |
![]() Afbeelding 6: |
Stap 2: De muurprofielen monteren
Na alle voorbereidingen ga je beginnen met het monteren van het plafondsysteem. Als eerste begin je met de muurprofielen.
- Begin met het meten van de gewenste afhanghoogte (min. 180mm, max. 320 mm). Op deze lengte komt de onderkant van het muurprofiel (afbeelding 7).
- Plaats nu de muurprofielen tegen de muur en maak het tijdelijk vast (bijvoorbeeld met een stuk tape). Zorg ervoor dat je de muurprofielen in de hoeken over elkaar aansluiten (afbeelding 9).
- Wanneer de muurprofielen op de juiste afhanghoogte staan is het tijd om de muurprofielen te bevestigen.
- Markeer de boorgaten met een potlood/stift op de muurprofielen. De ruimte tussen de boorgaten is max. 300 mm (afbeelding 8). Bij een hoek is dit max. 150 mm tussen het boorgat en de hoek (afbeelding 9).
- Na het markeren kan je de gaten boren.
- Wanneer de gaten zijn geboord plaats je de pluggen in de muur en schroef je de muurprofielen vast.
![]() Afbeelding 7: |
![]() Afbeelding 8: |
![]() Afbeelding 9: |
Stap 3: De ophangpunten en snelhangers
De volgende stap is het plaatsen van de snelhangers.
- Kijk op het rasterformulier naar de punten waar de snelhangers komen te staan.
- Markeer de punten met een potlood/stift op het plafond. Let op: de afstand tussen de wand en het eerste ophangpunt ligt tussen de 300 en 450 mm.
- Na het markeren van de punten boor je de gaten in het plafond.
- Bevestig daarna de plafondpluggen en de bijbehorende schroefogen.
Het monteren van de snelophangers
Na het boren van de gaten en het bevestigen van de schroefogen is het tijd voor het plaatsen van de snelhangers.
- Haal de bovenkant van de snelhangers door het oog van de schroef heen.
- Fixeer daarna de haak van de snelhanger door ze dicht te knijpen (afbeelding 10). Gebruik hiervoor een waterpomptang voor extra gemak.
Afbeelding 10: De snelophangers aan het plafond.
Stap 4: De hoofdprofielen
- Hang nu de hoofdprofielen aan de snelhangers.
- Zorg dat de hoofdprofielen een ruimte hebben van 5 mm tussen de muur (afbeelding 11). Knijp daarna de onderste haken dicht.
- Bevestig de hoofdprofielen tegen elkaar (afbeelding 12). Dit doe je door een de hoofdprofielen met een schuine beweging in elkaar te leggen en de slots te sluiten met een schroevendraaier of waterpomptang (afbeelding 14).
- Controleer daarna of alle hoofdprofielen in 1 lijn liggen en alle slots zijn uitgelijnd (afbeelding 13). Dit controleer je met een waterpas en een meetlint.
Mocht een hoofdprofiel of slot niet uitgelijnd zijn pas je dit aan. Dit doe je door het metalen klipje in het midden van de snelhanger, in te drukken. Op die manier kan je de hoogte verstellen. Alleen wanneer alle hoofdprofielen op 1 lijn liggen ga je door naar de volgende stap.
![]() Afbeelding 11: |
![]() Afbeelding 12: |
![]() Afbeelding 13: |
Stap 5: De dwarsprofielen
Bij het plaatsen van de dwarsprofielen begin je eerst met de grote dwarsprofielen van 1.200 mm.
- Plaats de dwarsprofielen via een schuine beweging. Wanneer de uiteinden van een dwarsprofiel elkaar overlappen, monteer je deze altijd via de rechterzijde (afbeelding 14).
- Na het plaatsen van de grote dwarsprofielen, plaats je de kleinere dwarsprofielen (600 mm). Deze plaats je in het midden van de grotere dwarsprofielen.
- De afmetingen van een vlak heeft een diameter van zo’n 814 mm (afbeelding 15).
De rest van de profielen
Nu je een geraamte hebt geplaatst is het tijd voor de rest van de profielen.
- Met de overige dwarsprofielen knip je de juiste maten bij de randen van het geraamte tot aan de muur. Gebruik de grote dwarsprofielen voor de langere tussenruimte (600 mm – 1.200 mm) en een kleinere dwarsprofielen voor een kleinere tussenruimte (< 600 mm). Zorg ook hier voor zo’n 5 mm tussen het profiel en de muur (afbeelding 11).
- Plaats de resterende dwarsprofielen (600 mm) tussen de grote dwarsprofielen indien dit nodig is (afbeelding 16).
![]() Afbeelding 14: |
![]() Afbeelding 15: |
![]() Afbeelding 16: |
Stap 6: De plafondpanelen
Als laatst plaats je de plafondpanelen. Let op: gebruik hiervoor de meegeleverde handschoenen!
- Hierbij is het belangrijk dat je alle panelen in dezelfde richting plaatst. Op de achterzijde van de panelen staat een pijl die als hulpmiddel dient (afbeelding 17).
- Leg nu de middelste panelen met A-kantafwerking via een schuine beweging in de profielen (afbeelding 18).
- Voor de randen snijd je de panelen in het juiste formaat. Meet hiervoor de ruimte tussen de uiteinde van de profielen en tel daar 30 mm bij op (afbeelding van tekening). Zorg ervoor dat de paspanelen niet kleiner zijn dan 300 mm. Let op: zorg dat de pijlen steeds naar de juiste richting wijzen (afbeelding 17).
Na het plaatsen van de plafondpanelen heb je een net systeemplafond geplaatst.
![]() Afbeelding 17: |
![]() Afbeelding 18: |
![]() Afbeelding 19: |
Deel het artikel met andere klussers: